Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 4-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

4-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 4-jarig
    • Na een 4-jarige periode zijn er weer verkiezingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 4-jarige 4-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 4-jarigev / m

  1. persoon die 4 jaar oud is of iets dat 4 jaar bestaat
    • De 4-jarige ging naar een basisschool in de buurt. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid