• 193-·ja·ri·ge

193-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 193-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 193-jarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord 193-jarige 193-jarigen
verkleinwoord

de 193-jarigev / m

  1. levend wezen dat 193 jaar oud is of iets dat 193 jaar bestaat
    • De 193-jarige is voor een schildpad nog heel actief.