1900-tall
- 1900-·tal·let
- Samenstelling van 1900 ht "1900" en tall zn "getal" met een liggend streepje tussen '1900' en 'tallet'
- Verkorte schrijfwijze van het Noorse zelfstandige naamwoord nittenhundretall
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | 1900-tall | 1900-tallet | 1900-tall | 1900-talla 1900-tallene |
genitief | 1900-talls | 1900-tallets | 1900-talls | 1900-tallas 1900-tallenes |
1900-tall, o
- (tijdrekening), (verkorting) een jaar uit de periode 1900 t/m 1999
1900-tall
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van 1900-tall