176-jarige
- Geluid: 176-jarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈsɛsənˌsevə(n)təxˌjarəɣə / (10 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'honderdzesennegentigjarig': /ˌhɔndərtˈsɛsənˌzøvəntəxˌjarəɣə/
- 176-·ja·ri·ge
176-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 176-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 176-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 176-jarige | 176-jarigen |
verkleinwoord |
- levend wezen dat 176 jaar oud is of iets dat 176 jaar bestaat
- De 176-jarige is voor een schildpad nog heel actief.
- Het woord '176-jarige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.