• 175-·ja·ri·ge

175-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 175-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 175-jarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord 175-jarige 175-jarigen
verkleinwoord

de 175-jarigev / m

  1. levend wezen dat 175 jaar oud is of iets dat 175 jaar bestaat
    • De 175-jarige is voor een schildpad nog heel actief.