Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 12·de-eeu·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord 12de-eeuwer 12de-eeuwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 12de-eeuwerm

  1. iemand die in de 12de-eeuw (1101 tot en met 1200) heeft geleefd

Gangbaarheid