Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 128-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

128-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 128-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 128-jarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 128-jarige 128-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 128-jarigev / m

  1. levend wezen dat 128 jaar oud is of iets dat 128 jaar bestaat
    • De 128-jarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid