10 minutengesprek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 10 mi·nu·ten·ge·sprek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord 10 minutengesprek 10 minutengesprekken
verkleinwoord 10 minutengesprekje 10 minutengesprekjes

Zelfstandig naamwoord

het 10 minutengespreko

  1. een gesprek van tien minuten waarin de leraar van een kind spreekt met de ouders over de voortgang en gedrag op school
    • Tijdens het 10 minutengesprek vertelden de juffen en meesters hoe het met de kinderen ging. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid