• IPA: \kan.ɡa.e.ɾɯ\, [kã̠ŋɡa̠e̞ɾɯ̟ᵝ]

考える

  1. denken, nadenken
    «考えておきましょう。»
    Ik zal erover nadenken.
  2. overwegen
    «一晩寝てよく考えよう。»
    Ik zal er een nachtje over slapen. (Letterlijk: Ik zal er goed een nachtje over denken.)
  3. zich bezinnen
  4. voorbereid zijn
    «万一の場合を考えておきなさい。»
    Wees op het ergste voorbereid.
  5. zich voorstellen
  1. 考え gedachte
  1. 思う