Japans

Uitspraak
  • IPA: \i.sɯ\, [isɨᵝ]

Zelfstandig naamwoord

いす (rōmaji isu)

  1. stoel
    «いすかける»
    op een stoel zitten
  2. zetel, functie, ambt, positie
Verwante begrippen
  1. 椅子 met kanji geschreven