€100-biljet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: €100-biljet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- €100-bil·jet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | €100-biljet | €100-biljetten |
verkleinwoord | €100-biljetje | €100-biljetjes |
Zelfstandig naamwoord
het €100-biljet o
- (numismatiek) een bankbiljet ter waarde van honderd euro
- Ik heb nog wel een €100-biljet.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord '€100-biljet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.