's zomers
- 's zo·mers
- Genitief van de zomer.
's zomers
- gedurende de zomer
- 's Zomers gaan we meestal op vakantie.
- ▸ 's Zomers woont Sinterklaas in een groot paleis in Spanje, met al zijn honderd Pieten.[1]
- Het woord 's zomers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 11