Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwamp
enkelvoud meervoud
naamwoord zwamp zwampen
verkleinwoord zwampje zwampjes

Zelfstandig naamwoord

de zwampv / m

  1. moeras, drasland
    • De Menkendamweg lijkt meer een zwamp dan op een weg.[1] 

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen