Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaai·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanzwaaien

zwaaiden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanzwaaien
    • Wij zwaaiden aan. 
    • Jullie zwaaiden aan. 
    • Zij zwaaiden aan. 

Gangbaarheid