Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuig op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opzuigen

zuig (...) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen
    • Ik zuig op. 
  2. gebiedende wijs van opzuigen
    • Zuig op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzuigen
    • Zuig je op?