• zoe·te·laar·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetelaarster zoetelaarsters
verkleinwoord zoetelaarstertje zoetelaarstertjes

de zoetelaarsterv

  1. (beroep) een vrouw die goederen aan legerpersoneel verhandelt
    • Als zoetelaarster had zij goed verdiend tot er vrede gesloten werd.