zocht
- Geluid: zocht (hulp, bestand)
- IPA: / zɔxt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /zɔχt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /zɔxt/
- zocht
vervoeging van |
---|
zoeken |
zocht
- enkelvoud verleden tijd van zoeken
- Ik zocht.
- Jij zocht.
- Hij, zij, het zocht.
- Ik zocht.
- ▸ Ik filterde zo snel mogelijk een liter water voor mijn avondmaal en zocht een wat hogerop gelegen plek in de hoop daar wat minder last van de insecten te hebben.[1]
- Het woord zocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zocht" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be