zing in
- zing in
vervoeging van |
---|
inzingen |
zing (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen
- Ik zing in.
- gebiedende wijs van inzingen
- Zing in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen
- Zing je in?
- Het woord zing in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.