• zi·geu·ner·ach·tig
stellend
onverbogen zigeunerachtig
verbogen zigeunerachtige

zigeunerachtig

  1. op een zigeuner gelijkend
    • Hij zag er zigeunerachtig uit, maar ik geloof niet dat hij een Roma was. 
  2. aan het zigeunerleven herinnerend
    • Hij maakte een einde aan zijn zigeunerachtige leventje en stortte zich op zijn carrière.