Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zend toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toezenden

zend (...) toe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezenden
    • Ik zend toe. 
  2. gebiedende wijs van toezenden
    • Zend toe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezenden
    • Zend je toe? 

Gangbaarheid