• ze·ker·lijk

zekerlijk

  1. het uitkomen verzekerend
    • Dat is zekerlijk wat gebeuren zal. 
31 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be