zeil aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeil aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzeilen |
zeil (...) aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen
- Ik zeil aan.
- gebiedende wijs van aanzeilen
- Zeil aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen
- Zeil je aan?
Gangbaarheid
- Het woord zeil aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.