• zei·den
vervoeging van
zeggen

zeiden

  1. meervoud verleden tijd van zeggen
    • Wij zeiden. 
    • Jullie zeiden. 
    • Zij zeiden. 
     Ik werd er ook minder dominant van, ik moest me flexibel opstellen, kreeg niet altijd mijn zin en had meer aandacht voor andere mensen die binnen groepen ook weinig zeiden.[1]
91 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be