zeepte in
- zeep·te in
vervoeging van |
---|
inzepen |
zeepte in
- enkelvoud verleden tijd van inzepen
- Ik zeepte in.
- Jij zeepte in.
- Hij, zij, het zeepte in.
- Ik zeepte in.
- Het woord zeepte in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.