Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zat neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerzitten

zat (...) neer

  1. enkelvoud verleden tijd van neerzitten
    • Ik zat neer. 
    • Jij zat neer. 
    • Hij, zij, het zat neer.