zakte scheef
- zak·te scheef
uit zakte (werkwoord) en scheef, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
scheefzakken |
zakte (...) scheef
- enkelvoud verleden tijd van scheefzakken
- Ik zakte scheef.
- Jij zakte scheef.
- Hij, zij, het zakte scheef.
- Ik zakte scheef.
- Het woord zakte scheef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.