Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·te scheef
Woordherkomst en -opbouw

uit zakte (werkwoord) en scheef, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
scheefzakken

zakte (...) scheef

  1. enkelvoud verleden tijd van scheefzakken
    • Ik zakte scheef. 
    • Jij zakte scheef. 
    • Hij, zij, het zakte scheef. 

Gangbaarheid