zakpluisje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zakpluisje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɑkplœyʃə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zak·pluis·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het zakpluisje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zakpluis
Gangbaarheid
- Het woord 'zakpluisje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.