zafar
- za·far
zafar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zafar |
zafaba |
zafado |
volledig |
- overgankelijk losmaken
- vrijmaken (van terrein)
- zafar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española