Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zacht·zin·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zachtzinnigheid zachtzinnigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zachtzinnigheidv

  1. de mate van zachtzinnig zijn
    • Haar zachtzinnigheid werd door de moeilijk behandelbare kinderen op de proef gesteld. 

Gangbaarheid