woonbuurten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woonbuurten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwonbyrtə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- woon·buur·ten
Woordherkomst en -opbouw
- woonbuurt met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de woonbuurten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord woonbuurt