wone
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ne
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wonen |
wone
- aanvoegende wijs van wonen
- ▸ ‘Ik kan niet mee terug gaan. Deze heb ik lief, ik moet op aarde blijven!...’
—‘Blijf daar dan, en word de rijst-aar, die ik je in het vooruitzicht heb gesteld,’ antwoordde Batara Guru, ‘je ziel wone voor altijd op dit rijstveld.’[1]
- ▸ ‘Ik kan niet mee terug gaan. Deze heb ik lief, ik moet op aarde blijven!...’
Gangbaarheid
- Het woord 'wone' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De mooiste verhalen.” (1988), De Boekerij, Amsterdam, p. 125