wolkloze
- wolk·loze
- wolkloos met de uitgang -e
wolkloze
- verbogen vorm van de stellende trap van wolkloos
- Het kwam als een donderslag uit een wolkloze zomerhemel. [1]
- Het woord 'wolkloze' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jong, A.M.Merijntje Gijzen's jeugd: In de draaikolk. Deel 4. 5e druk (1928) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; p. 161; geraadpleegd 2016-04-20