wipt in
- wipt in
vervoeging van |
---|
inwippen |
wipt (...) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwippen
- Jij wipt in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwippen
- Hij wipt in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inwippen
- Wipt in!
- Het woord 'wipt in' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.