• win·dow·dres·sing
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord windowdressing
verkleinwoord

de windowdressingv / m

  1. iets mooier voorstellen dan het eigenlijk is
    • „De hele operatie moet ook weer verder”, weet Van Halst. „Als ik ergens een hekel aan heb, is het aan zielig doen. Laten we gewoon aan de slag gaan. Mensen die zeggen dat het nu toch goed gaat? Dat is alleen maar windowdressing. Zowel op commercieel, financieel als technisch gebied is er nog zoveel te winnen.”[1] 
    • De huidige stijging is in ieder geval breed gedragen en lijkt samen te vallen met het einde van het tweede kwartaal (+2%). Enige impact van windowdressing speelt hier hoogstwaarschijnlijk een rol.[2] 
  1. de Telegraaf ERIK VAN HAREN EN VALENTIJN DRIESSEN 02 jan. 2017
  2. de Telegraaf TYCHO SCHAAF 01 jul. 2016