willens nillens
- Geluid: willens nillens (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪlənsˌnɪləns / (4 lettergrepen)
- wil·lens nil·lens
- vooral in Belgisch-Nederlands voorkomende omkering van nillens willens, een vernederlandsing van modern Latijn nolens volens [1]
willens nillens
- terwijl men het niet echt wil
- ▸ Van beide kanten wordt druk op me uitgeoefend - niet te beschrijven hoe onvriendelijk dat gaat - maar in beide partijen zie ik lieden die onuitstaanbaar zullen zijn als ze de strijd winnen. Hier loopt de situatie gewoon uit op revolutie, en enkele leidende figuren pogen mij willens nillens hierin te betrekken terwijl ik alleen maar kan bereiken dat ik beide partijen uitdaag mij aan te vallen.[2]
- Het woord willens nillens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “‘Nolens volens’ en ‘Willens nillens’” (2 augustus 2023) op historiek.net
- ↑ Weblink bron brief aan Joannes Ludovicus Vives (27 december 1524), Ad. Donker, Rotterdam in: Desiderius Erasmus (vert. Frans Slits)De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534., ISBN 9789061006718, 386/387