wijkpost
- wijk·post
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | wijkpost | - |
verkleinwoord | - | - |
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | wijkpost | wijkposten |
verkleinwoord | wijkpostje | wijkpostjes |
de wijkpost m
- post die bestemd is voor een wijk
- een vestiging in een wijk
- Het woord wijkpost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.