wijkniveau
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijkniveau (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijk·ni·veau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkniveau | wijkniveaus |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het wijkniveau o
- per wijk naar iets kijken
- De analyse in de gemeente zal plaatsvinden op wijkniveau.