wijfjesaapje
- Geluid: wijfjesaapje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛifjəsˌapjə / (4 lettergrepen)
- wijf·jes·aap·je
- wijfjesaap met het achtervoegsel -pje
het wijfjesaapje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wijfjesaap
- Het knappe meisje stond midden in de tent met een wijfjesaapje in haar armen. [1]
- Het woord 'wijfjesaapje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Morris, G."De tijgers op het eiland" in: Limburger Koerier jrg. 92 nr. 150 (29 juni 1937); p. 8 kol. 3; geraadpleegd 2018-10-02