whiten
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to whiten |
he/she/it | whitens |
verleden tijd | whitened |
voltooid deelwoord |
whitened |
onvoltooid deelwoord |
whitening |
gebiedende wijs | whiten |
whiten
- onovergankelijk wit worden
- overgankelijk wit maken, witten ww
- overgankelijk bleken ww