• werk·wil·li·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord werkwillige werkwilligen
verkleinwoord - -

dewerkwilligev/m

  1. iemand die bereid is te werken
  2. iemand die bij een staking wil blijven werken, een stakingsbreker

werkwillige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van werkwillig