werden gewaar
- wer·den ge·waar
vervoeging van |
---|
gewaarworden |
werden (...) gewaar
- meervoud verleden tijd van gewaarworden
- Wij werden gewaar.
- Jullie werden gewaar.
- Zij werden gewaar.
- Wij werden gewaar.
- Het woord werden gewaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.