• wens·brie·ven
  • wensbrief met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

de wensbrievenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wensbrief
     Ook worden 30 schrijfoefeningen van leerlingen op losse bladen getoond en 30 wensbrieven, de voorlopers van onze ansichtkaarten. Deze wensbrieven hadden gedrukte randversieringen, die vaak met de hand waren ingekleurd.[1]
  1.   Weblink bron
    Karin de Mik
    “Schoonschrijverij van meesters en leerlingen” (22 februari 2002) op nrc.nl