Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wei·ger·oma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weigeroma weigeroma's
verkleinwoord weigeromaatje weigeromaatjes

Zelfstandig naamwoord

de weigeromav

  1. een oma die (grotendeels) weigert op de kinderen te passen
    • De weigeroma had geen zin om op haar kleinzoon te passen.