wegvliegt
- Geluid: wegvliegt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛxflixt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɛχvliχt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɛxvlixt/
- (Limburg): /ˈwɛxvlixt/
- weg·vliegt
vervoeging van |
---|
wegvliegen |
wegvliegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvliegen
- ... dat jij wegvliegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvliegen
- ... dat hij wegvliegt.
- Het woord wegvliegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.