• weg·ge·legd
  • vervoeging van wegleggen: voltooid deelwoord
vervoeging van: wegleggen…
verbogen vorm: weggelegde

weggelegd

  1. voltooid deelwoord van wegleggen
     In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika. Dit heb ik altijd onthouden, maar ik had nooit gedacht dat zo’n lange wandeltocht voor mij weggelegd zou zijn.[1]
stellend
onverbogen weggelegd
verbogen weggelegde

weggelegd

  1. dat iets op een andere plaats is gelegd
    • De man kon het weggelegde boek nergens meer vinden. 
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers