• we·gen·scha·ven

de wegenschavenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wegenschaaf
     Met acht sneeuwploegen, waaronder twee wegenschaven, is men in de vroegte al begonnen met liet schoonmaken van de wegen en straten.[1]
  1.   Weblink bron Anti-slip: 20 ton zout 120 kub. zand in: Arnhemsche Courant  , jrg. 144 nr. 21544 (26 februari 1958), C.A. Thieme, Arnhem, p.7 kol. 1