wegbedekking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·be·dek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegbedekking | wegbedekkingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wegbedekking v
- het materiaal dat gebruikt is om een weg te verharden