• wa·se·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wasemen
wasemde
gewasemd
zwak -d volledig

wasemen

  1. inergatief condenserende stoom of vocht afgeven
    • Dit keer keek ze teleurgesteld naar de inhoud van de pan die uitnodigend wasemde. 
81 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be