Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waad·den door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorwaden

waadden door

  1. meervoud verleden tijd van doorwaden
    • Wij waadden door. 
    • Jullie waadden door. 
    • Zij waadden door. 


Gangbaarheid