vroor vast
- Geluid: vroor vast (hulp, bestand)
- vroor vast
vervoeging van |
---|
vastvriezen |
vroor vast
- enkelvoud verleden tijd van vastvriezen
- Ik vroor vast.
- Jij vroor vast.
- Hij, zij, het vroor vast.
- Ik vroor vast.
- Het woord vroor vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.